Brief aan (toenmalig) Directeur-Generaal van CBS, Tjark Tjin-A-Tsoi, 2017
Deze brief was onder meer ondertekend door Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (Ocan). De reactie van Tjin-A-Tsoi is hier te vinden.
23 maart 2017
Geachte heer Tjin-A-Tsoi,
Wij richten ons met dit schrijven tot u met enkele vragen over publicaties van het CBS waarin criminaliteitcijfers worden uitgesplitst naar land van herkomst. Wij stellen het op prijs als u onze vragen wilt beantwoorden bij voorkeur in een persoonlijk gesprek.
Het gaat ons om het volgende.
In het ‘Jaarrapport Integratie 2016’, het ‘Jaarrapport van de Landelijke Jeugdmonitor 2016’ en eerdere publicaties van het CBS worden bij de presentatie van criminaliteitscijfers alleen inwoners afkomstig uit bepaalde herkomstlanden als separate groep tegen de criminaliteitsmeetlat gehouden. Uit de inwonersaantallen van Nederland *, ingedeeld naar herkomstgroeperingen, blijkt dat de keuze die het CBS maakt voor het specifiek benoemen van bepaalde herkomstgroepen in de criminaliteitsstatistiek niet slechts gebaseerd kan zijn op de omvang van die groepen. Er zullen dus andere redenen zijn voor het CBS om bepaalde herkomstgroepen als aparte categorie te benoemen in publicaties zoals de jaarrapporten over integratie.Wij zouden graag uw zienswijze en inzichten leren kennen, met name ten aanzien van de volgende vragen:
Wat zijn de overwegingen van CBS om criminaliteitsstatistieken uit te splitsen in herkomstgroepen? Op basis van welke factoren wordt besloten dat een bepaalde herkomstgroep in publicaties nog steeds separaat als groep wordt uitgelicht?
In welke behoefte voorziet de herkomstuitsplitsing in criminaliteitcijfers zoals door CBS gepresenteerd in het laatste ‘Jaarrapport Integratie’?
In enkele rapporten heeft CBS (doorgaans samen met WODC) potentieel verklarende kenmerken en correctievariabelen onderzocht om te achterhalen welke kenmerken de verschillen in de — in cijfers uitgedrukte — oververtegenwoordiging van bepaalde herkomstgroepen in criminaliteitcijfers (deels) kunnen verklaren.
Heeft CBS deze variabelen uitgekozen? Hoe is die selectie van deze variabelen tot stand gekomen en waarom zijn er geen andere variabelen gebruikt?Hebben de naar herkomst uitgesplitste verdachtenregistraties (zoals bijvoorbeeld vermeld in hoofdstuk 1.7 van ‘Jaarrapport Integratie 2016’) volgens u ook een zelfstandige waarde of verkrijgen de cijfers alleen nut en waarde wanneer ze verder geduid worden door middel van correctievariabelen (andere potentieel verklarende kenmerken voor criminaliteit)?
Bent u op de hoogte van (onderzoeken naar) de mogelijk (onvoorziene) ongewenste effecten van herkomstuitsplitsing in criminaliteitcijfers, zoals effecten op beeldvorming en gevoelens van uitsluiting? In hoeverre en op welke wijze laat CBS deze mogelijke effecten meewegen bij de hiervoor omschreven uitsplitsing (en bij methodiek, duiding en wijze van presenteren)?
Wanneer is voor het laatst — voor de besluitvorming binnen het CBS — onderzoek betrokken over de mate waarin een vergrote kans om aangehouden te worden door politie invloed kan hebben op de vertegenwoordiging van bepaalde herkomstgroepen in verdachtenregistraties?
Wij hopen dat u onze wens deelt om hier persoonlijk over in gesprek te gaan. In afwachting van uw reactie, danken wij u voor uw aandacht.
Hoogachtend,
Bestuur Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN)
Bestuur Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (Ocan)
Tom van Messel (tevens contactpersoon - xxx@xxx.com - 06 xxxxxxxx)*http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=0&D3=0&D4=0&D5=a&D6=l&VW=T (gedateerd 15 september 2016) geeft de volgende inwonersaantallen, uitgesplitst naar herkomst:
Duitse herkomst: 360.116, Indonesische herkomst: 366.849, Marokkaanse herkomst: 385.761, Surinaamse herkomst: 349.022.
De laatste twee genoemde herkomstgroepen worden als aparte categorie genoemd in criminaliteitscijfers van het CBS, de eerste twee niet.