Brief aan CBS voorafgaand aan overleg met CBS op 27 oktober 2021
Inbreng aan het CBS over classificatie ‘westers’/‘niet-westers’, september 2021
In de publieke arena wordt aan ‘afkomst’ een opmerkelijke rol toegedicht. Bijvoorbeeld in sociale media, door burgers onderling. Mensen met een migratieachtergrond worden dagelijks talloze keren gelabeld op basis van het geboorteland van hunzelf, hun ouders of grootouders. De blootstelling van burgers aan negatieve, afwijzende opmerkingen — gekoppeld aan ‘afkomst’ — zien wij als een zorgelijke ontwikkeling.
De gedachte dat het ‘herkomstland’ op zichzélf relevant is voor allerlei maatschappelijke fenomenen wordt actief ondersteund in publicaties van het CBS. Bij gebrek aan gedetailleerde informatie — die te koppelen is aan elk individu die als migrant in Nederland komt — wordt ‘herkomstland’ al jaren als een vervangend ingrediënt (‘proxy’) gebruikt in allerlei meetlatten van de overheid.
Al jarenlang wordt kritiek geuit op het overheidsgebruik van data over ‘afkomst’. De European Commission against Racism and Intolerance (ECRI) benadrukte herhaaldelijk dat de data slechts gebruikt zouden moeten worden om patronen van ongelijke behandeling en/of discriminatie bloot te leggen en waarschuwt tegen stigmatisering. Vorig jaar sprak het College voor de Rechten van de Mens zich uit tegen criminaliteitsstatistieken als een triggerfactor voor stereotiep denken. Ook de WRR heeft herhaaldelijk gewezen op negatieve consequenties en spreekt over uitsluitende werking, risico’s van stereotyperingen en performatieve nadelen.
Wij roepen relevante overheidsorganisaties — waaronder het CBS — op om álle datakoppelingen over ‘afkomst’ te heroverwegen, dus niet alleen de classificatie ‘westers’/‘niet-westers’.
In het door CBS opgestelde afwegingskader (maart 2021) worden een aantal belangrijke overwegingen opgeworpen, zoals de volgende drie:“Het maakt wellicht ook uit of de uitkomsten een positieve (onderwijsvooruitgang) of een negatieve (oververtegenwoordiging bij criminaliteit) connotatie hebben”.
“Een belangrijke reden voor het CBS is dat het relevant wordt geacht voor beleid, bijvoorbeeld met betrekking tot het realiseren van gelijke kansen om evenredigheid te realiseren ongeacht migratieachtergrond”.“Alle geraadpleegde experts vinden dat verschillen naar migratieachtergrond getoond moeten worden, het is alleen de vraag of er altijd een verklarende analyse bij moet”.
Echter wordt vervolgens niet duidelijk welke conclusies CBS verbindt aan deze overwegingen. Wat is bijvoorbeeld de afweging om cijfers te blijven rapporteren zónder verklarende analyse? En waar bestaat de ‘relevantie voor beleid’ concreet uit? En voldoet zulk beleid dan aan het mensenrechtelijke vereiste van een ‘legitiem doel’? Bij deze laatste vraag denken we bijvoorbeeld aan de historische overheidsdoelstelling om een reductie van ‘oververtegenwoordiging’ te bereiken, van ‘Antillianen’ in de criminaliteit.
Wij roepen het CBS op om duidelijkheid te geven over de afwegingen achter de verschillende soorten rapportages waarin data aan ‘afkomst’ worden gekoppeld.
Voor dit soort afwegingen zijn volgens ons de volgende twee onderdelen in ieder geval essentieel: inzicht in de (historische) noodzaak voor beleid alsmede kennis over de effecten van de rapportages op opvattingen en sentimenten in de samenleving (waaronder bijvoorbeeld het begrip onder burgers over de redenen voor de rapportages). Wij scharen ons dan ook achter de oproepen tot dergelijke afwegingen van onder meer de WRR en van de vice-voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens.Tot slot vragen wij uw aandacht voor onze correspondentie met de ministers van SZW, JenV en BZK (2 bijlagen).
Hoogachtend en met vriendelijke groet,
Stichting Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders: Bouchaib Saadane, voorzitter
Stichting Ocan: Cynthia Ortega-Martijn, directeur/bestuurder
Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland: Zeki Baran, voorzitterBijlagen:
- Minister van SZW: Antwoord brief over de wijze waarop Nederlandse overheidsorganisaties publiceren over criminaliteit en migratieachtergronden, 28 april 2021, referentie 2021–0000066701
- Onze brief aan de ministers van SZW, JenV en BZK, over de wijze waarop overheidsorganisaties publiceren over criminaliteit en ‘herkomstlanden’, 25 mei 2021.