Brief van 2 ministers, augustus 2022

Datum_____23 augustus 2022

Betreft_____Uw brief d.d. 27 mei 2022 inzake Datakoppeling tussen ‘criminaliteit’ en ‘afkomst’

Geachte heren Saadane, Martijn en Baran,

Op 27 mei 2022 heeft u aan mij en de ministers van Justitie en Veiligheid (J&V) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een brief gestuurd over de wijze waarop Nederlandse overheidsorganisaties onderzoek uitvoeren naar, beleid voeren op, en publiceren over criminaliteitscijfers in combinatie met het land van herkomst. Mede namens de minister van Justitie en Veiligheid (J&V) geef ik een reactie op uw brief.

In uw brief stelt u veel aspecten van criminaliteitscijfers in combinatie met het land van herkomst aan de orde. In 2019 en 2021 heeft u bij de toenmalige ministers van SZW, J&V en BZK ook uw zorgen hierover geuit. U heeft in 2021 gesproken met ambtenaren en mijn voorganger, minister Koolmees, en in 2022 gesproken met de Directeur-Generaal Sociale Zekerheid en Integratie. Op 28 april 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), mede namens de ministers van J&V en BZK, uitgebreid schriftelijk gereageerd en de diverse aspecten van het overheidsbeleid rondom criminaliteitscijfers in combinatie met het land van herkomst toegelicht. Uw zorgen en bezwaren zijn uitermate serieus genomen en er is uitvoerig op gereageerd.

Analyse van criminaliteitscijfers en beleid

In voornoemde brief van 28 april 2021 is uitgebreid toegelicht waarom in de analyse van criminaliteitscijfers aspecten betrokken kunnen worden als het land van herkomst en welke beleidsmatige doelen hiermee gediend zijn.

Bij het terugdringen van de criminaliteit is het van belang relevante factoren en groepen te achterhalen, zodat een gericht en effectief beleid gevoerd kan worden. Het gaat daarbij onder meer om factoren als sekse, multiproblematiek in gezinnen, opvoeding, gedragsproblemen, vroegtijdig schoolverlaten, geen perspectief op de arbeidsmarkt, mate van verstedelijking, maar ook specifieke landen van herkomst, die correleren met een relatief grotere vertegenwoordiging in de criminaliteit. Het is daarbij uiteraard van belang ook grondig naar de onderliggende oorzaken te kijken.
Zo vervalt de oververtegenwoordiging bij een deel van de ‘herkomstgroepen’ na correctie voor achtergrondkenmerken, maar niet bij alle groepen [voetnoot 1: Kamerstukken II, 2020–2021, 35 570 VI, nr. 107]. In beide gevallen is het van belang om in samenspraak met (vertegenwoordigers van) betrokken groepen beleid te formuleren dat de voedingsbodem voor criminaliteit beoogt weg te nemen. Overigens gaat het daarbij niet alleen om daderschap, maar nadrukkelijk ook om het verminderen van een verhoogde kans op slachtofferschap bij specifieke delicten. Een voorbeeld hiervan is de Vertrouwenslijn Afpersing [voetnoot 2: Kamerstukken II, 2010–2011, 29 911, nr. 48], die na de oprichting bij diverse groepen met een migratieachtergrond onder de aandacht is gebracht.
Ook kunnen data aanleiding zijn tot nader onderzoek, als achtergrondkenmerken zoals opleiding, leeftijd, geslacht en werkervaring niet de ongunstiger positie van mensen met een bepaalde herkomst kunnen verklaren. Zo gaat de minister van J&V onderzoek uitvoeren naar de toenemende oververtegenwoordiging van personen met een (niet-westerse) migratieachtergrond in opvolgende fases van de strafrechtketen [voetnoot 3: Kamerstukken II, 2020–2021, 35 570 VI, nr. 107]. Het onderzoek zal gericht zijn op beantwoording van de vraag: Wat maakt dat de wetenschappelijk geconstateerde oververtegenwoordiging zoals beschreven in de Kamerbrief, vooral in latere fases van de strafrechtketen toeneemt? De resultaten uit het onderzoek kunnen aanleiding zijn het beleid in de strafrechtketen te corrigeren en het samenlevings- en integratiebeleid van het ministerie van SZW door te ontwikkelen. Dit onderzoek zou niet geïnitieerd zijn, als de data over criminaliteit niet gekoppeld waren aan herkomst. Dit onderzoek zal naar verwachting in 2022 van start gaan.

Risico van stigmatisering

In de door u aangehaalde uitspraken van internationale organisaties wordt nadrukkelijk gewezen op de mogelijk stigmatiserende effecten, die het publiceren van data uitgesplitst naar herkomst kunnen hebben.

Ik begrijp uw zorgen over de mogelijk stigmatiserende effecten van deze data. Dit kabinet staat voor een samenleving waarin iedereen, binnen de grenzen van de democratische rechtsorde, zichtbaar zichzelf kan zijn [voetnoot 4: Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2022/01/10/coalitieakkoord-omzien-naar-elkaar-vooruitkijken-naar-de-toekomst] en streeft gelijkwaardige kansen voor iedereen na [voetnoot 5: Onder andere: Kamerstukken II, 2021–2022, 35 925 XV, Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022 en Kamerstukken II, 32 824, nr. 357, brief d.d. 5 april 2022 over het begrip integratie]. Ik onderschrijf hetgeen in de brief van 28 april 2021 door de toenmalige ministers van SZW, J&V en BZK is opgenomen. Het verzamelen van data, waaronder ook data over criminaliteit, is onmisbaar voor, zoals hierboven aangegeven, het terugdringen van de criminaliteit, maar ook voor het streven naar gelijkwaardige kansen en het tegengaan van discriminatie en racisme en is wettelijk verankerd [voetnoot 6: https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/organisatie]. Daarbij zijn we ons er terdege van bewust dat deze datakoppeling met waarborgen omkleed dient te zijn en zorgvuldige communicatie vereist bij de openbaarmaking.
Het verzamelen van data, en de overweging daarbij of deze data worden uitgesplitst naar herkomst, zijn door het CBS met veel waarborgen omgeven, zoals te lezen is op hun website, onder andere in het CBS afwegingskader migratie- en integratiestatistieken [voetnoot 7: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/diversen/2021/cbs-afwegingskader-migratie-en-integratiestatistieken]. Naast de Raad van Advies en zes gebruikersraden, heeft het CBS onlangs een interne commissie ingericht, die ook toetst of het gerechtvaardigd is om statistieken te classificeren naar herkomst. Indien het gerechtvaardigd is om te classificeren naar herkomst dient bij de clusters en termen rekening te worden gehouden met informatieve en performatieve eisen. Performatieve eisen zien op: a. zo min mogelijk uitsluitende werking hebben; b. geen negatieve associaties oproepen; c. zoveel mogelijk nevenschikken en niet onderschikken. Dit is na te lezen in hoofdstuk 3 van het genoemde afwegingskader [voetnoot 8: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/diversen/2021/cbs-afwegingskader-migratie-en-integratiestatistieken].

De voormalig minister van SZW heeft in zijn brief van 28 april 2021 aangegeven voornemens te zijn “om beschrijvende inzichten zo veel mogelijk te combineren met analyses die inzicht bieden in de factoren die een — eventuele — over- of ondervertegenwoordiging van groepen in de criminaliteit verklaren”. Zo is bij het Jaarrapport Integratie 2020 [voetnoot 9: https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2020/46/jaarrapport-integratie-2020] in hoofdstuk 8 een uitgebreide verklarende analyse opgenomen. Het classificeren van data naar herkomst kan daarmee ook bijdragen aan het ontkrachten van stereotype beelden, als bijvoorbeeld blijkt dat oververtegenwoordiging van bepaalde etnische groepen — geheel of grotendeels -veelal terug te voeren is op generieke achtergrondkenmerken.

Tot slot merk ik op dat de manier van presenteren van cijfers en rapporten, in combinatie met herkomst en de woorden die daarbij gebruikt worden, erg belangrijk zijn. Begin dit jaar heeft het CBS besloten de bevolking naar herkomst anders in te delen [voetnoot 10: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2022/nieuwe-indeling-bevolking-naar-herkomst].
Ik heb — in antwoord op vragen daarover — aan de Tweede Kamer aangegeven dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verkenning uitvoert naar de vraag of de terminologie van het CBS moet worden overgenomen. De uitkomsten van die verkenning zal ik met de Tweede Kamer delen.

Mede namens de minister van Justitie en Veiligheid,
Hoogachtend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip

--

--

Overheidscommunicatie over criminaliteit & afkomst
Overheidscommunicatie over criminaliteit & afkomst

Written by Overheidscommunicatie over criminaliteit & afkomst

0 Followers

Ondersteunende informatie over het thema 'overheidscommunicatie over criminaliteit en herkomstland/geboorteland', in Nederland.