Verslag CBS gesprek classificatie van migratieachtergrond, 2021

Onderwerp: Verslag gesprek classificatie van migratieachtergrond
Datum: 27 oktober 2021
Locatie: Online

Opening en kennismaking

Hanneke Imbens heet iedereen welkom en stelt zich voor als hoofddirecteur van de sociaaleconomische en ruimtelijke statistieken, de divisie waar gewerkt wordt met de indeling van migratieachtergrond in westers/niet-westers. [enkele deelnemers van de kant van CBS afgeschermd/weggelakt]
Cynthia Ortega-Martijn is directeur-bestuurder van Stichting Ocan, een stichting die zich inzet voor de belangen en positieverbetering van Caribische Nederlanders. Tom van Messel heeft rechten als achtergrond en lobbyt samen met Ocan, het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) voor het afschaffen van criminaliteitsstatistieken naar herkomst, behoudens uitzonderingen. Cynthia en Tom nemen ook namens Bouchaib Saadane van het SMN en Zeki Baran van het IOT deel aan dit gesprek.

2. Doel van het gesprek

Het CBS heeft afgelopen jaar een afwegingskader ontwikkeld dat antwoord geeft op de vraag hoe het CBS onderzoek wil uitvoeren op het gebied van migratie en integratie. De volgende stap is om te bepalen om, als we onderzoek doen naar migratie, op welke manier de hoofdindeling van migratieachtergrond kan worden geclassificeerd. Een deel van de samenleving ervaart de huidige indeling van migratieachtergrond in westers/niet-westers als stigmatiserend. Daarnaast vindt het CBS de indeling achterhaald en is niet meer uit te leggen waarom sommige landen als westers worden geclassificeerd en andere als niet-westers. De WRR heeft in april ook geadviseerd om westers/niet-westers niet meer te gebruiken, waarna het CBS heeft aangegeven te stoppen met de indeling.

Het CBS inventariseert op dit moment wat de behoefte is in de samenleving, bij onderzoek en beleid. Het CBS heeft in twee rondetafelgesprekken met een groot aantal partijen gesproken en voert daarnaast gesprekken met andere partijen over het classificeren van migratieachtergrond.

3. Discussie

Classificatie migratieachtergrond

De vraag die centraal staat in de discussie is: Op welke manier kan het CBS migratieachtergrond classificeren, zodat dit betrouwbare en relevante statistische informatie oplevert waarmee beleid ontwikkeld en het maatschappelijk debat gevoerd kan worden?

Het CBS geeft aan dat de indeling in westers/niet-westers ontwikkeld is eind jaren ’90 voor de bevolkingsprognose, om onder andere toekomstige migratie- en vertrekkansen en geboortecijfers, en daarmee de bevolkingsgroei en –samenstelling te schatten. Daarna is de indeling breed overgenomen in andere statistieken en door andere instituten en departementen. Er zijn keuzes gemaakt die toen logisch waren, maar nu niet meer. De keuze bijvoorbeeld om Indonesië en Japan toe te voegen aan westerse landen, is nu bijvoorbeeld niet goed meer te verantwoorden. Daarnaast speelt dat een deel van de samenleving de indeling als stigmatiserend ervaart.

Ocan, IOT en SMN zijn het eens met de WRR dat een clustering af zou moeten hangen van de onderzoeksvraag. Verder zijn er geen concrete ideeën voor een indeling.

Doelstellingen

Ocan, IOT en SMN willen de discussie graag breder trekken naar het afwegingskader. Wat zijn de doelstellingen van een onderzoek en is het noodzakelijk om herkomst daarbij te gebruiken? De ECRI (European Commission against Racism and Intolerence) wijst erop dat data over herkomst alleen gebruikt zou moeten worden om discriminatie en achterstanden te onderzoeken. Ocan, IOT en SMN vinden de doelstellingen die binnen het beleid geformuleerd worden, zoals gelijke posities of evenredigheid, nu vaak niet toereikend geformuleerd. Bij deze beleidsdoelstellingen dwingt zich de vraag op waarom gelijke posities of evenredigheid worden nagestreefd. Ze kunnen zich beter vinden in de doelstelling van gelijke kansen.

Ocan, SMN en IOT geven aan dat Zweden een ethische commissie heeft waar elk onderzoek naar herkomst wordt getoetst. Het zou volgens hen wenselijk zijn als in zo’n commissie ook iemand zit van een mensenrechtenorganisatie en de autoriteit persoonsgegevens.

Gelijke posities op het terrein van criminaliteit zijn volgens Ocan, IOT en SMN duidelijk geen valide doelstelling. Zij vinden dat de normen die ECRI heeft geformuleerd datakoppelingen tussen herkomstland en crimineel gedrag in beginsel niet toestaan en voor alle datakoppelingen met ‘herkomstland’ geldt er een zekere verantwoordelijkheid voor overheidsorganisatie om niet te stigmatiseren. Bij die verantwoordelijkheid hoort onderzoek naar de effecten (en opvattingen hierover onder burgers) van de publicaties. Onderzoeken op het gebied van criminaliteit die gaan over discriminatie/selectiviteit zijn wel wenselijk, zoals het onderzoek dat Arjen Leerkes onlangs gedaan heeft naar de kans om als verdachte te worden aangemerkt.

Het CBS geeft aan dat publicatie soms ook tot een positiever beeld kan leiden. Als voorbeeld geldt het beeld dat in de samenleving heerst over criminaliteit onder Afghaanse Nederlanders. Uit de CBS cijfers blijkt dat die criminaliteit niet hoger is, zo kunnen beelden met cijfers worden bijgesteld. In Frankrijk wordt geen herkomst van kinderen van immigranten geregistreerd, maar ook daar ondervinden veel vertegenwoordigers van migrantengroepen discriminatie en stigmatisering.

Onderzoek gelijke kansen

Hoe kan onderzoek gedaan worden naar gelijke kansen? Ocan, IOT en SMN menen dat survey onderzoek en kwalitatief onderzoek hier meer geschikt voor zijn. Met statistisch onderzoek kan vaak maar een deel van de verschillen verklaard worden. De rest wordt dan zelf ingevuld en daar hebben doelgroepen last van.

Het CBS geeft aan dat statistisch onderzoek belangrijk is als eerste indicatie van de omvang een probleem. Vervolgens kan gericht verder onderzoek gedaan worden naar de oorzaken. Een voorbeeld hiervan is onderzoek naar arbeidsmarktkansen van afgestudeerden. Het CBS laat zien dat die kansen voor bepaalde herkomstgroepen lager zijn, ook als je met een aantal andere factoren rekening houdt. Samen met extern onderzoek naar achternamen op cv’s levert dit een beeld op van discriminatie, waar een ministerie mee verder kan. Registeronderzoeken, survey en kwalitatieve onderzoeken vullen elkaar op die manier aan.

Ocan, SMN en IOT hebben een voorkeur voor multivariaat onderzoek boven puur beschrijvende statistieken. Het heeft hun voorkeur om binnen een onderzoek eerst te kijken naar andere verschillen binnen de bevolking, en pas later als daar een goede aanleiding voor is, de invloed van herkomst te onderzoeken.

Migratieachtergrond niet als proxy

Ocan, SMN en IOT vinden dat migratieachtergrond nu te vaak gebruikt wordt als benadering van andere kenmerken. Iemands achternaam kan bijvoorbeeld relevanter zijn dan de migratieachtergrond, maar omdat migratieachtergrond beschikbaar is, wordt dat gebruikt. Als migratieachtergrond slechts een proxy is, zou zo’n onderzoek niet gedaan moeten worden.

Generatie

Ocan, SMN en IOT vragen zich af waarom het nodig is om de tweede generatie te onderscheiden in statistieken? Wanneer ben je Nederlander? In het afwegingskader wordt aangegeven dat je alleen met heel goede redenen onderzoek kunt doen naar de derde generatie, maar zou dit niet ook voor de tweede generatie moeten gelden?

Het CBS geeft aan dat er veel gebruikers zijn die belang hechten aan de tweede generatie. Er zijn wel degelijk verschillen in ontplooiingskansen. Er zijn ook veel positieve ontwikkelingen bij de tweede generatie. De positie van de Marokkaanse tweede generatie in het onderwijs is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dit is van belang om te laten zien.

Enkele andere opmerkingen

Ocan, SMN en IOT vragen om in de uiteindelijke beslissing van CBS over clusters ook aandacht te schenken aan mensenrechtelijke normen over statistiek uitgesplitst naar ‘afkomst’. Het CBS geeft aan dat of en hoe er wordt gepubliceerd onderdeel is van het eerder vastgestelde Afwegingskader Migratie en Integratie.

Ocan, SMN en IOT vragen om ook de verschillende schriftelijke bijdragen te beschouwen als onderdeel van het gesprek/de dialoog.

4. Vervolg

Het CBS maakt een verslag op hoofdlijnen en zal dit rondsturen ter reactie. Naast de rondetafelgesprekken gaan we met nog een aantal afzonderlijke partijen in gesprek. Die input zal het CBS benutten in het besluit dat genomen gaat worden over het classificeren van migratieachtergrond. Het CBS hoopt van dit jaar een beslissing te nemen en dit begin volgend jaar te gaan communiceren.

Het CBS dankt Ocan, MSN en IOT voor hun deelname aan dit gesprek!

--

--

Overheidscommunicatie over criminaliteit & afkomst
0 Followers

Ondersteunende informatie over het thema 'overheidscommunicatie over criminaliteit en herkomstland/geboorteland', in Nederland.